Als je kanker krijgt, word je in sneltreinvaart geconfronteerd met veel zaken. Je werk is daar één van. Er bestaat allerlei handige informatie over kanker en werk, maar het kan een hele kunst zijn om dit te vinden. Op deze pagina vind je informatie over de gevolgen van kanker op je werk, je rechten en plichten als je ziek bent en de rol van het UWV bij kanker.

Kanker en werk: feiten en cijfers

Van alle mensen die werken, krijgen er elk jaar ongeveer 45.000 te horen dat ze kanker hebben. Omdat we tot een hogere leeftijd blijven werken en omdat steeds minder mensen aan kanker overlijden, zal dat aantal gaan stijgen. Kortom: steeds meer werkende mensen krijgen kanker. En steeds meer mensen met kanker werken door of gaan zo snel mogelijk weer aan de slag.

Hoeveel werknemers krijgen elk jaar de diagnose kanker? Waar hebben werknemers last van als ze weer aan het werk gaan? En veranderen hun werkzaamheden na de diagnose? Op deze en meer vragen vind je in onderstaand factsheet (feitenlijst met infographics) antwoord.

Chronisch ziek en werk

Wat bepaalt eigenlijk je werkvermogen: je ziekte of hoe je je voelt? En tegen wat voor belemmeringen loop je aan als je (weer) aan het werk gaat? Antwoorden hierop zijn in onderstaand factsheet opgenomen.

Late gevolgen van kanker en de invloed daarvan op werk

Veel mensen die kanker hebben gehad krijgen later nog last van de 'late gevolgen' van (de behandeling van) kanker. Er zijn verschillende soorten 'late gevolgen'. In eerste instantie denk je misschien aan de fysieke consequenties, zoals vermoeidheid. Maar kanker heeft vaak net zo goed psychische, sociale en maatschappelijke gevolgen. Deze 'late gevolgen' kunnen ook van invloed zijn op je werk. Door naasten wordt er veel begrip ervaren. Leidinggevenden, werkgevers en collega's krijgen helaas een onvoldoende op het rapport.

Lees alle feiten en cijfers over de late gevolgen van kanker en invloed daarvan op het werk in onderstaande factsheet.

Top 5 late gevolgen van kanker bij beperkingen op het werk

Percentages van mensen die veel beperking ervaren op het gebied van werk door 'late gevolgen' van kanker:

  1. Vermoeidheid (88%)
  2. Verminderde lichamelijke conditie (69%)
  3. Concentratieproblemen(63%)
  4. Geheugenproblemen (57%)
  5. Neuropathie (zenuwpijn, 33%)

Beperkingen op het werk

Van de ex-kankerpatiënten die vermoeidheid ervaren, geeft meer dan de helft aan dat dit hen beperkt op hun werk. Bijvoorbeeld omdat ze vaker pauze moeten nemen, een lager werktempo hebben dan voorheen of parttime moeten gaan werken. Bij zwaarder lichamelijk werk speelt vermoeidheid vaak, samen met een verminderde lichamelijke conditie, een rol. Maar ook bij een kantoorbaan kan vermoeidheid je parten spelen, zeker als het samen gaat met geheugen- of concentratieproblemen. Deze laatste hebben daarnaast invloed op werk waarbij grote precisie vereist is, zoals bij de kwaliteitscontrole van producten. En als je voor je werk veel moet autorijden, kan het zelfs gevaarlijk zijn om dit te doen als je last hebt van vermoeidheid of concentratieproblemen.

Ook psychische gevolgen kunnen invloed hebben op je werk. Als je niet goed in je vel zit en last hebt van emotionele klachten, kun je je vaak minder goed concentreren op je werk. En als je merkt dat je collega’s, leidinggevende en/of werkgever geen of weinig begrip voor je situatie tonen, werkt dat misschien demotiverend.

Als je merkt dat je geen werk kunt vinden dat aansluit bij wat je wilt of kunt doen, dan kun je je wenden tot bureaus die in kanker en werk gespecialiseerd zijn. NFK (de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties) werkt onder andere samen met Stap.nu, Do Some Good en Re-turn.

Aan het werk blijven of stoppen?

Kun en blijf je werken of stop je (tijdelijk)? Regel het in ieder geval in goed overleg met collega's en werkgever. Of maak een plan als je zelfstandig ondernemer bent. 'Verstop het niet, als je het bespreekbaar maakt is er veel mogelijk.'

Vijf tips

1. Vertel het
Informeer je werkgever, leidinggevende, collega’s en/of opdrachtgevers over je situatie. Neem hierin ook de late gevolgen mee. Als ze er eenmaal van op de hoogte zijn, kunnen ze ook een vangnet voor je zijn.

2. Maak afspraken
Als je je werk kunt blijven doen, dan is het belangrijk om goed met je werkgever of opdrachtgever(s) over je werk te overleggen. Als je oude werk geen optie is, bijvoorbeeld omdat het lichamelijk te zwaar is, pas je misschien wel een andere functie (bij dezelfde werkgever). Het is ook denkbaar dat dit niet mogelijk is of dat je zelf graag iets anders wilt doen. Dan is het zaak om goed na te denken over wat je wel en niet kunt, voor je gaat solliciteren of verdere stappen onderneemt.

3. Houd regelmatig contact met collega’s, werkgever of opdrachtgevers
Stop je tijdelijk met werken? Als je met je met alle partijen in gesprek blijft, is iedereen goed op de hoogte van alle ontwikkelingen. Je blijft zo ook zelf binding houden met je werk. Niet iedereen zal even goed met jou en je ziekte om kunnen gaan. Daar kom je vanzelf achter. Soms kunnen mensen, van wie je het niet verwacht, je enorm verrassen. Of je terugkeer naar werk evenwichtig verloopt, hangt natuurlijk ook af van de sfeer waarin je werkt en van de mensen om je heen.

4. Stel grenzen wanneer je weer gaat werken
Begin je weer met werken, houd dan goed je eigen grenzen in de gaten. Anderen kunnen vaak niet goed inschatten wat je wel of niet aankunt. Het is belangrijk dat je dit zelf aangeeft.

5. Snel weer fulltime aan de slag is niet zaligmakend
Te snel volledig aan de slag willen gaan, pakt niet altijd gunstig uit. Als alles achter de rug is, heb je echt tijd nodig om je leven weer in balans te krijgen. Gebruik de tijd die je krijgt daar ook voor.

Kanker en UWV

Als je (deels) arbeidsongeschikt bent geworden, kun je een uitkering aanvragen bij het UWV. Dan volgt er eerst een keuring om te bepalen hoeveel je nog kunt werken. Voor sommige soorten kanker bestaat een keuringsprotocol. Dat zorgt ervoor dat de keuring zo objectief mogelijk verloopt. Zo is er voor mensen met borstkanker het ‘VG protocol Borstkanker’ en voor mensen met darmkanker het ‘VG protocol Darmkanker’. De verzekeringsarts hanteert deze bij de beoordeling.